Over Pensioenfonds ING

Dekkingsgraad

DNB-beleidsdekkingsgraad eind maart 153,1% (-0,3%)
Gemiddelde reële dekkingsgraad eind maart 100,1% (+0,2%)

 

   

De toeslagverlening bij Pensioenfonds ING is voorwaardelijk. Volledige toeslagverlening is financieel mogelijk als zowel de beleidsdekkingsgraad (wettelijk kader) als de gemiddelde reële dekkingsgraad voldoende hoog zijn (groen). Het bestuur houdt bij zijn besluit rekening met beide dekkingsgraden.

Verloop dekkingsgraden

 

Beweeg met de muis op de punten in de grafiek voor informatie over de hoogte van de dekkingsgraad.

Lees ook de uitleg over de verschillende soorten dekkingsgraden

Wilt u een e-mail ontvangen zodra een nieuwe dekkingsgraad bekend is? Meld u dan aan voor de e-mailservice.

Meer informatie

 

De dekkingsgraad is de belangrijkste graadmeter voor de financiële situatie van een pensioenfonds. Het geeft een indicatie of een pensioenfonds in staat is om de pensioenen nu en in de toekomst uit te betalen. De dekkingsgraad wordt berekend door de bezittingen van een pensioenfonds (zoals beleggingen in aandelen en obligaties) te delen door de pensioenverplichtingen (de pensioenaanspraken van alle deelnemers) en wordt uitgedrukt in een percentage.

Bij een dekkingsgraad van 100% kan een pensioenfonds in principe aan alle opgebouwde verplichtingen voldoen. Volgens de wet moeten de pensioenfondsen echter ook over buffers beschikken zodat ze onvoorziene situaties kunnen opvangen. Daarom stelt de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) een wettelijke vereiste dekkingsgraad vast die boven de 100% ligt. Een dekkingsgraad van bijvoorbeeld 110% betekent dus dat een pensioenfonds €1,10 in kas heeft voor elke euro die het aan pensioen moet betalen. DNB vergelijkt de actuele dekkingsgraad met de vereiste dekkingsgraad om te controleren of een pensioenfonds voldoende vermogen heeft.

Het Fonds berekent de dekkingsgraad op verschillende manieren, elk om een bepaalde reden. In onderstaande tabel staan de verschillende dekkingsgraden met hun belangrijkste kenmerken voor u op een rij.

Dekkingsgraad

Berekening

Beleidsdekkingsgraad
De dekkingsgraad die het Fonds berekent voor De Nederlandsche Bank (DNB) noemen we de DNB-dekkingsgraad. De gemiddelde DNB-dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden wordt de beleidsdekkingsgraad genoemd.

Daarnaast bepaalt de beleidsdekkingsgraad of het Fonds wettelijk gezien volledig of gedeeltelijk toeslag mag verlenen (of in het uiterste geval moet korten) . Om dit te bepalen, moet het Fonds de beleidsdekkingsgraad vergelijken met de grens voor ‘toekomstbestendige toeslagverlening’. Deze grens drukt uit, of een Fonds naar verwachting voldoende middelen heeft om toeslagen voor de hele toekomst van het Fonds te kunnen financieren. Deze grens is variabel en wordt maandelijks berekend (medio 2019: 125%). Als de DNB-beleidsdekkingsgraad hierboven ligt, mag het Fonds wettelijk gezien volledig toeslag verlenen. Onder deze grens mag het Fonds gedeeltelijk toeslag verlenen. De bodem ligt bij 110%. Als de DNB-beleidsdekkingsgraad daaronder ligt, mag het Fonds geen toeslag verlenen.

De DNB-(beleids)dekkingsgraad wordt ten slotte ook gebruikt om de dekkingsgraden van pensioenfondsen onderling te kunnen vergelijken. 

Deze dekkingsgraad wordt berekend op basis van een kunstmatige rekenrente (de zogenaamde Ultimate Forward Rate – UFR) die door DNB wordt vastgesteld.

 

Gemiddelde reële dekkingsgraad 
In de reële dekkingsgraad wordt rekening gehouden met inflatie; behoud van koopkracht wordt meegenomen alsof het een verplichting is van het Fonds. Hierdoor is deze dekkingsgraad lager dan de andere dekkingsgraden die het Fonds berekent. Dat wil niet zeggen dat er minder kans is op verhogingen van uw pensioen (toeslagverlening).

Door het gebruik van een twaalfmaandsgemiddelde dekkingsgraad is het Fonds minder afhankelijk van de dagkoersen op de financiële markten.

 

Deze dekkingsgraad wordt berekend op basis van de in de markt waargenomen rentetermijnstructuur en inflatieverwachtingen. Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat het Fonds voldoende vermogen heeft om de opgebouwde pensioenen uit te betalen én om deze volledig te verhogen met de verwachte prijsstijging in een jaar. 

Wilt u nog meer weten over de reële dekkingsgraad? Lees dan de achtergrondinformatie.

Meer informatie

Achtergrondinformatie reële dekkingsgraad

Het Fonds streeft ernaar uw pensioen met behoud van koopkracht uit te betalen, nu en in de toekomst. In de reële dekkingsgraad wordt behoud van koopkracht meegenomen alsof het een verplichting is van het Fonds. Daarom gebruikt het Fonds de gemiddelde reële dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden (twaalfmaandsgemiddelde) als leidraad voor de verhoging van uw pensioen door toeslagverlening (indexatie), binnen de wettelijke randvoorwaarden. De reële dekkingsgraad is daarmee een belangrijke dekkingsgraad voor alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Het Fonds gebruikt het twaalfmaandsgemiddelde om minder afhankelijk te zijn van dagkoersen op de financiële markten.

Bij een gemiddelde reële dekkingsgraad vanaf 94% (toeslagstaffel 2023) kan het Bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening. Deze grens wordt jaarlijks 1%-punt verhoogd. Omdat het Fonds al volledig kan indexeren bij een gemiddelde reële dekkingsgraad onder de 100%, gaat het Fonds er vanuit dat voor eventuele toekomstige toeslagverlening bepaalde rendementen behaald worden, wat afhankelijk is van ontwikkelingen op de financiële markten.

Let op
Pensioenfonds ING probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met een toeslag aan de hand van een toeslagmaatstaf. Het bestuur heeft de discretionaire bevoegdheid om af te wijken van de toeslagmaatstaf en geen toeslag of een lagere toeslag toe te kennen.

Pensioenfonds ING betaalt toekomstige verhogingen van uw pensioen uit het beleggingsrendement. U heeft door verhogingen in het verleden en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.

De Nederlandsche Bank (DNB) vraagt in verband met het nieuwe Financieel Toetsingskader (nFTK) om jaarlijks de reële dekkingsgraad te rapporteren. De berekeningswijze hiervan wijkt af van de berekeningswijze van de reële dekkingsgraad in de communicatie van het Fonds naar deelnemers over de financiële positie van het Fonds.

Reële dekkingsgraad lager dan andere dekkingsgraden

Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat het Fonds op het meetmoment voldoende vermogen heeft om de opgebouwde pensioenen uit te betalen én om deze ook in de toekomst volledig te verhogen met de verwachte stijging van de prijzen.

Hierdoor is deze dekkingsgraad lager dan de de DNB-beleidsdekkingsgraad (zie ook de uitleg bij de grafiek hieronder), omdat bij de DNB-beleidsdekkingsgraad geen rekening wordt gehouden met verwachte inflatie.

Inflatieverwachting

In de reële dekkingsgraad is rekening gehouden met de verwachtingen voor de Europese prijsinflatie. Hoewel Pensioenfonds ING de voorkeur geeft aan Nederlandse loon- en prijsinflatieverwachtingen, zijn deze niet op actuele basis verkrijgbaar in de markt. Het beste alternatief zijn de beschikbare actuele cijfers over de Europese prijsinflatie. 

Berekening pensioenverplichtingen

Een uitkering die naar verwachting over 10 jaar wordt uitgekeerd, wordt contant gemaakt met de factor 1/(1 + de rente voor die looptijd) tot de macht 10.

Voor de reële verplichtingen wordt die nominale uitkering eerst vermenigvuldigd met de factor (1 + de inflatie voor die looptijd) tot de macht 10.

In onderstaande grafiek is voor alle looptijden weergegeven wat het effect is van de inflatie. Daarbij geldt: hoe verder weg de uitkering ligt in de toekomst, hoe groter het effect van de inflatie.

Dekkingsgraden andere pensioenfondsen onderling nog niet vergelijkbaar

De reële dekkingsgraden van ondernemingspensioenfondsen zijn (nog) niet te met elkaar te vergelijken. Dit komt onder meer doordat een deel van de andere pensioenfondsen rekent met de DNB-rentetermijnstructuur en Pensioenfonds ING rekent met de marktrente (zie de uitleg van het Fonds hierover). Sommige pensioenfondsen houden in hun reële dekkingsgraad bovendien rekening met een afslag op de inflatie voor een in de inflatiemarkt te veronderstellen risicopremie, waarmee de reële dekkingsgraad iets hoger uitkomt. Bij Pensioenfonds ING is dat niet het geval, omdat het Fonds rekening wil houden met de prijs die in de markt betaald moet worden om dit risico af te dekken.

Sinds begin 2015 zijn pensioenfondsen wettelijk verplicht ten minste eenmaal per jaar een reële dekkingsgraad te bepalen en aan DNB te melden. In de wettelijke berekening wordt gerekend met een vaste inflatie van 2% per jaar en wordt de inflatiekasstroom contant gemaakt met het, wettelijk gezien, maximaal te veronderstellen rendement op aandelen van 6,75%. De nominale uitkeringen worden contant gemaakt met de DNB-rentetermijnstructuur. Dit leidt tot een hogere reële DNB-dekkingsgraad dan de reële dekkingsgraad die Pensioenfonds ING als beleidsmaatstaf hanteert. Pensioenfonds ING is hierin voorzichtiger. Deze reële DNB-dekkingsgraad zou bijvoorbeeld per eind november 2016 112,2% bedragen, tegen 92,3% volgens de berekeningswijze van Pensioenfonds ING.

Wilt u de dekkingsgraden van verschillende pensioenfondsen vergelijken? Maak dan gebruik van de DNB-beleidsdekkingsgraad, die wordt bepaald als het twaalfmaandsgemiddelde van de DNB-dekkingsgraden.

Meer informatie

U chat met:

Chat offline

Tijdens werkdagen kunt u met ons chatten tussen 8.30 en 17:00

Chat

Welkom bij onze chat

1 medewerker online >

Uw waardering is verstuurd Het gesprek is beëindigd Uw bericht kon niet verstuurd worden, probeer de pagina opnieuw te laden.