Transparant over duurzaam

Verklaringen inzake informatieverschaffing over duurzaamheid

Op deze pagina geeft Stichting Pensioenfonds ING aan hoe wordt omgegaan met de informatieverplichtingen uit de EU Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).

SFDR stelt geharmoniseerde regels vast voor financiële marktdeelnemers, zoals Pensioenfonds ING. Deze regels gaan over transparantie met betrekking tot de integratie van duurzaamheidsrisico's, het in aanmerking nemen van ongunstige effecten op de duurzaamheid in hun procedures, en de verstrekking van informatie over de ecologische en sociale kenmerken van financiële producten. De pensioenregeling van het Fonds wordt aangemerkt als een financieel product conform SFDR.

Gedragslijnen omtrent de integratie van duurzaamheidrisico’s (artikel 3 SFDR)

Het duurzaamheidsrisicobeleid is een integraal onderdeel van het risicomanagement raamwerk van het Fonds. Op het gebied van duurzaamheidsrisico’s bestaat een risicomanagement proces. De stappen die worden gevolgd zijn identificeren, analyseren en beoordelen van duurzaamheidsrisico’s. Dit proces is onder andere onderdeel van de Eigen Risico Beoordeling (ERB) van het Fonds. De ERB dient de belangrijkste strategische risico’s van het Fonds in kaart te brengen en te beoordelen. Klimaatrisico’s worden beschouwd als een strategisch risico door het Fonds.

Het Fonds heeft tijdens de ALM-studie van 2022 verschillende klimaatscenario’s laten doorrekenen om een beter beeld te krijgen betreffende de impact op de Fondsdoelstellingen. De volgende drie klimaatscenario’s van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zijn daarbij ter hand genomen.

Global warming onder de 2°C in 2100

1. Paris Orderly Transition (PO scenario)
2. Paris Disorderly Transition (PD-scenario)

Global warming tot 4°C in 2100

3. Failed Transition (FT-scenario)

Wanneer men spreekt over de risico’s van klimaatverandering komen veelal twee termen naar boven komen:

  • Fysieke risico’s; de gevolgen van de stijging van de temperatuur op de frequentie en schade van extreem weer en gevolgen op de productiviteit in de landbouw en andere industrieën.
  • Transitierisico’s; risico’s die ontstaan omdat de wereld zich voorbereidt op klimaatverandering op bijvoorbeeld te volgen wet- en regelgeving, technologie en reputatie.

De klimaatrisico’s kunnen een materiele financiële impact hebben op het realiseren van de fondsdoelstellingen. Tegelijkertijd biedt het voorkomen van en het aanpassen aan klimaatverandering kansen. Zo kan het bijvoorbeeld leiden tot een efficiënter gebruik van hulpbronnen en ontwikkeling van nieuwe producten en diensten.

De uitkomsten geven een beeld van de mogelijke impact op korte en lange termijn rendementen, indexatieresultaten en dekkingsgraden. Echter, gegeven de fundamentele onzekerheid hoe klimaatscenario’s zich ontwikkelen en wat de impact zal zijn op financiële markten heeft het Fonds besloten om klimaataannames momenteel niet expliciet op te nemen in de rendementsverwachtingen van het economisch hoofdscenario. Periodiek zullen klimaatscenario’s worden uitgevoerd zodat het Fonds de laatste ontwikkeling betreffende klimaatscenario’s volgt.

Daarnaast is het Fonds ervan overtuigd dat bedrijven die duurzaamheidsaspecten meenemen in de bedrijfsvoering een concurrentievoordeel opleveren en op de langere termijn meer succesvol zullen zijn. Risicomanagement speelt daarom een belangrijke rol bij de realisatie van de doelstellingen van het Fonds. Het Fonds weegt verschillende risico’s af in relatie tot de samenstelling van de verschillende beleggingsportefeuilles, zoals risico’s die financieel, reputationeel, operationeel van aard zijn alsmede duurzaamheidskwesties.

Voor de definitie van duurzaamheidsrisico’s hanteert het Fonds de definitie zoals deze is opgenomen in de wetgeving:

"Duurzaamheidsrisico": een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch, sociaal of governance gebied die, indien ze zich voordoet, een werkelijk of mogelijk (wezenlijk) negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken.

Het Fonds houdt rekening met duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsbeleid. Dit gebeurt door middel van het integreren van duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen, de selectie en monitoring van externe vermogensbeheerders, de uitvoering van het stembeleid en het aangaan van de dialoog met ondernemingen.

Meer informatie over dit onderdeel vindt u in ons duurzaam beleggen beleid als het gaat over de wijze hoe het Fonds duurzaamheidrisico’s integreert in de onderliggende beleggingen en de beoordeling van de effecten op het rendement.

Hoe gaat het Fonds om met negatieve duurzaamheidseffecten van de beleggingen? (artikel 4 SFDR)

Het Fonds heeft een beleid waarbij het op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde wijze invulling geeft aan zijn beleggingen, met de ambitie om de komende jaren de beleggingen verder te verduurzamen. Het Fonds heeft de ambitie om stelselmatig de negatieve impact van de beleggingen te verkleinen binnen de financiële randvoorwaarden. Beleggingen kunnen namelijk negatieve gevolgen hebben voor mens en milieu. Zo kunnen bedrijven, overheden en vastgoed bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen, aan ontbossing of mensenrechtenschendingen. Het Fonds streeft ernaar om een steeds beter beeld te krijgen van de negatieve gevolgen van onze beleggingen, om zodoende eventuele maatregelen te nemen. Het Fonds houdt daarom rekening met duurzaamheidsfactoren, deze hebben in ieder geval betrekking op ecologische-, sociale- en werkgelegenheidsfactoren, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en omkoping.

De Europese Informatieverordening heeft aan deze duurzaamheidsfactoren indicatoren gekoppeld om inzicht te geven in de belangrijkste ongunstige effecten van de beleggingen. Deze informatieverordening bevat 18 verplichte indicatoren voor bedrijven, overheden en vastgoed. Het Fonds wil de impact van de beleggingen op de 18 verplichte indicatoren in kaart brengen onder de voorwaarde dat kwalitatief goede data beschikbaar is.

Het Fonds heeft recentelijk data ingekocht om verplichte en optioniele indicatoren van de duurzaamheidsfactoren te verkrijgen. Het huidige beleid omvat maatregelen die gerelateerd kunnen worden aan het mitigeren van de negatieve effecten van duurzaamheidsfactoren. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de uitwerking van de thema’s waaraan onze deelnemers de meeste waarde hechten. Deze maatregelen vindt u in ons duurzaam beleggen beleid.

Het Fonds heeft tevens het IMVB-convenant ondertekend dat als doel heeft gepaste zorgvuldigheid (“due dilligence”) toe te passen in het beleggingsproces op basis van de OESO-richtlijnen. In het duurzaam beleggen beleid is een beschrijving opgenomen over de stappen die het Fonds hanteert betreffende gepaste zorgvuldigheid.

In de “Verklaring inzake de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren” wordt in meer detail uitgelegd hoe het Fonds deze ongunstige gevolgen mitigeert.

Hoe wordt duurzaamheid meegenomen in het beloningsbeleid. (artikel 5 SFDR)

Het Fonds heeft in zijn beloningsbeleid informatie opgenomen over de wijze waarop het rekening houdt met duurzaamheid.

Het beloningsbeleid is vastgesteld, toegepast en gehandhaafd in overeenstemming met de werkzaamheden, het risicoprofiel, de doelstellingen, het langetermijnbelang, de financiële stabiliteit en de prestaties van het Fonds als instelling voor bedrijfspensioenvoorziening als geheel, en het werkt een deugdelijk, prudent en doeltreffend bestuur van het Fonds in de hand. Het beloningsbeleid is in overeenstemming met de lange termijn belangen van de deelnemers aan en de pensioengerechtigden van de door Pensioenfonds ING uitgevoerde pensioenregeling.

Het beloningsbeleid omvat maatregelen die erop gericht zijn belangenconflicten te vermijden. Ook is dit beloningsbeleid in lijn met een deugdelijk en doeltreffend risicobeheer en moedigt niet aan tot het nemen van risico's die niet te verenigen zijn met het risicoprofiel en het reglement van het Fonds. Het Fonds voert overeenkomstig de Pensioenwet, het Besluit uitvoering Pensioenwet en de Code Pensioenfondsen een beloningsbeleid dat niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico’s (waaronder duurzaamheidsrisico’s) dan voor het Fonds aanvaardbaar is.

Meer informatie over het beloningsbeleid van het Fonds vindt u in ons jaarverslag en op onze website.

Hoe het Fonds duurzaamheidrisico’s integreert in de onderliggende beleggingen en de beoordeling van de effecten op het rendement (artikel 6 SFDR)

Duurzaamheidsrisico’s kunnen negatieve gevolgen hebben voor bedrijven en de waarde van aandelen en/of obligaties van deze bedrijven in de beleggingsportefeuille van het Fonds. Duurzaamheidsrisico’s bestaan uit omstandigheden en gebeurtenissen op ecologisch, sociale en governance gebied van elk van deze risico’s geven we enkele voorbeelden.

Duurzaamheidsrisico’s voor bedrijven
De belangrijkste klimaatrisico’s voor bedrijven zijn onder te verdelen in transitierisico’s en fysieke risico’s. Naar verwachting wordt het gebruik van fossiele energie de komende jaren in toenemende mate vervangen door het gebruik van duurzame energiebronnen. Bedrijven die veel (fossiele) energie gebruiken (zoals staalproducenten) of die producten maken die veel fossiele energie gebruiken (zoals sommige autoproducten) worden mogelijk negatief geraakt door deze transitie als ze niet tijdig hun producten of productieprocessen aanpassen. Dit wordt het transitierisico genoemd. Door klimaatverandering ontstaan er bovendien fysieke risico’s voor sommige bedrijven. Bedrijven met fabrieken op kwetsbare plekken kunnen door een grotere kans op extreme weersomstandigheden als gevolg van klimaatverandering bijvoorbeeld negatief geraakt worden als fabrieken gedurende korte of lange tijd niet operationeel zijn.

Een voorbeeld van een sociaal risico is wanneer een bedrijf negatief in het nieuws komt vanwege een arbeidskwestie, met een verslechtering van de reputatie tot gevolg. Hierbij kan worden gedacht aan berichtgeving over de slechte arbeidsomstandigheden waaronder producten van een bedrijf worden gemaakt, zoals het ontbreken van de mogelijkheid tot het oprichten van een vakbond of onveilige werkomstandigheden in fabrieken.

Een voorbeeld van een governance risico is als er onvoldoende controle plaatsvindt binnen een bedrijf op het bestuur van een bedrijf. Onvoldoende controle vergroot de kans op slechte of frauduleuze beslissingen die niet stroken met het belang van het bedrijf.

Duurzaamheidsrisico’s voor overheden
Ook beleggingen in staatsobligaties kunnen negatief beïnvloed worden door duurzaamheidsrisico’s. De blootstelling van een land aan klimaatrisico's kan de economie rechtstreeks beïnvloeden. De toenemende schommelingen en extremen van het weer kunnen negatieve gevolgen hebben op bijvoorbeeld de infrastructuur, de landbouw, het toerisme en de watervoorziening. Dit met mogelijk materiële economische gevolgen voor de nationale economieën en de lopende rekeningen. Zo kan de realisatie van klimaatrisico’s een negatieve impact hebben op de waardering van staatsobligaties.

Sociale factoren kunnen ook relevant zijn vanwege het belang van menselijk kapitaal voor economische groei. Onderwerpen zoals de samenstelling van de beroepsbevolking opleiding, gezondheid en economisch welzijn zijn belangrijk voor economische groei. Goede governance (bestuur) is ook relevant voor landen. De politieke stabiliteit, de doeltreffendheid van de regering en de regelgeving, de institutionele kracht, de mate van corruptie en de rechtsstaat van een land kunnen hun economische aantrekkelijkheid beïnvloeden en zijn vaak bepalend voor de economische welvaart van een land op de lange termijn. Zo kan een verslechtering van sociale en governance-karakteristieken van een land een negatieve impact hebben op de waardering van staatsobligaties.

Duurzaamheidsrisico’s voor vastgoed
Het Fonds belegt ook in vastgoed waar specifieke duurzaamheidsrisico’s relevant zijn. Vastgoed kan te maken hebben met klimaatrisico’s waaronder transitierisico’s waarbij op basis van toenemende wet- en regelgeving aanvullende eisen kunnen worden gesteld aan bijvoorbeeld het energieverbruik van woningen en kantoren. Dit soort ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor de waarde van de vastgoedbelegging en kan leiden tot kosten om de woningen te verduurzamen. Daarnaast kunnen op de lange en korte termijn fysieke risico’s verwezenlijken als gevolg van klimaatverandering. Vastgoed zal in bepaalde gebieden schade ondervinden wanneer extreme weersgebeurtenissen zoals hitte of geleidelijke ontwikkelingen zoals de stijging van de zeespiegel zich voordoen. Sociale risico’s zijn onder andere relevant bij de verhuur van woningen en kantoren. Het onvoldoende behartigen van huurdersbelangen, zoals achterstallig onderhoud in woningen, kan leiden tot een lage huurderstevredenheid of negatieve aandacht in het nieuws. Woningen kunnen hierdoor minder aantrekkelijk zijn voor huurders wat leidt tot lagere huuropbrengsten.

Lagere koersen van ondernemingen, lagere waarderingen van obligaties en vastgoed kunnen zorgen voor een daling van het rendement van de beleggingsportefeuille. Dit kan zorgen voor een lagere toekomstige pensioenuitkering.

De wijze waarop duurzaamheidsrisico’s worden meegenomen
Duurzaamheidsrisico’s worden op verschillende manieren beperkt in de beleggingsportefeuille. Dit kan worden gedaan door middel van het uitsluiten van bedrijven of landen met grote duurzaamheidsrisico’s. Het is ook mogelijk om bedrijven te stimuleren door middel van dialoog of stemmen om meer aandacht te besteden aan duurzaamheidskwesties om toekomstige duurzaamheidsrisico’s te beperken. Daarnaast kunnen duurzaamheidsrisico’s meegewogen worden in de uitvoering van het beleggingsbeleid en de selectie en monitoring van externe vermogensbeheerders. Concreet vertaalt dit zich in de volgende maatregelen:

Integratie van duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsbeleid
Het Fonds neemt duurzaamheidsrisico’s mee in de beleggingsbeslissingen. We verwachten daarmee het rendement-risicoprofiel van de beleggingen te kunnen verbeteren. Het Fonds doet dit door:

  • Periodiek de klimaatrisico’s te beoordelen op basis van scenario analyses en de meting van klimaatprestaties van de beleggingen als onderdeel van de Eigen Risico Beoordeling. De uitkomsten worden besproken in het Bestuur. Indien nodig kan worden bijgestuurd door in gesprek te gaan met de vermogensbeheerders over de beheersing van klimaatrisico.
  • CO2-reductiedoelstellingen zijn opgenomen in de aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuilles.
  • Het vaststellen van het beleggingsuniversum mede op basis van duurzaamheidscriteria.

Selectie en monitoring van externe vermogensbeheerders
Verder verwachten we van onze actieve vermogensbeheerders dat zij duurzaamheidsrisico’s integreren in hun beleggingsbeleid. Jaarlijks worden de vermogensbeheerders bevraagd over hun aanpak. Dit onderdeel is geïntegreerd in de scorekaart betreffende de beoordeling van de aangestelde vermogensbeheerders van het Fonds. Vermogensbeheerders moeten in deze beoordeling aantonen hoe zij duurzaamheidsrisico’s en -kansen meenemen in hun beleggingsproces en het resultaat meten.

Uitvoering van het stembeleid
Bij het uitoefenen van stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen besteedt het Fonds aandacht aan duurzaamheidskwesties. Het Fonds is van mening dat hiermee het risico-rendementsprofiel van de ondernemingen kan worden verbeterd omdat er meer invloed kan worden uitgeoefend op de ondernemingen. In het stembeleid van het Fonds staat beschreven hoe het Fonds omgaat met het stemrecht.

Dialoog aangaan met ondernemingen
Het Fonds stelt zich op als een betrokken belegger. Het aangaan van de dialoog met ondernemingen (engagement) is daar onderdeel van. Bij deze dialoog gebruikt het Fonds zijn invloed om op een constructieve manier met bedrijven in contact te komen om zodoende de gewenste gedragsverandering te bewerkstellingen. Het Fonds gelooft dat verbeteringen in duurzaam bedrijfsgedrag kunnen leiden tot een verbeterd risico-/ rendementsprofiel van de beleggingen. In het engagement beleid van het Fonds staat beschreven hoe het Fonds hiermee omgaat.

Hoe gaat het Fonds om met negatieve duurzaamheidseffecten van de onderliggende beleggingen? (artikel 7 SFDR)

De SFDR wetgeving maakt onderscheidt tussen informatieverschaffing op entiteits- en productniveau. Voor het Fonds geldt dat we één financieel product, pensioenregeling, uitvoeren. Dit houdt in dat de informatieverschaffing op entiteitsniveau dezelfde informatiewaarde heeft als op productniveau. Voor een beschrijving van dit artikel verwijzen we naar artikel 4 hierboven en de “Verklaring inzake de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren”.

Welke ecologische en sociale kenmerken heeft het Fonds geïmplementeerd in de beleggingen (artikel 8 SFDR)

Het Fonds classificeert zijn pensioenregeling als een financieel product dat ecologische of sociale kenmerken promoot. Het Fonds heeft met de pensioenregeling duurzaam beleggen niet als doel. Het Fonds is ervan overtuigd dat duurzaam beleggen bijdraagt aan zijn lange termijn doelstelling. De invulling hiervan wordt uiteengezet in het duurzaam beleggen beleid van het Fonds. Het Fonds is een gesloten pensioenfonds waardoor geen precontractuele informatie momenteel wordt verschaft.

De pensioenregeling promoot de volgende ecologische en sociale kenmerken:

  1. Duurzaamheid meewegen bij het vaststellen van het beleggingsuniversum
  2. Actief aandeelhouderschap
  3. Verlagen broeikasgasvoetafdruk
  4. Allocatie naar groene en sociale obligaties
  5. Verbeteren duurzaamheidsprofiel vastgoed

Uitgebreidere informatie over de ecologische en sociale kenmerken is opgenomen in het door de wetgeving voorgeschreven template.

Welke methoden en data gebruikt het Fonds? (artikel 10 SFDR)

Het Fonds staat voor de verdere verduurzaming van de beleggingen onder de voorwaarden dat dit op een beheerste wijze wordt gedaan. Dit betekent ten eerste dat het Fonds opzoek gaat om betrouwbare en kwalitatieve hoogwaardige data in te kopen en weet welke methoden worden gehanteerd om de data te verzamelen en te presenteren. Dit inzicht is noodzakelijk om een beeld te verkrijgen van het duurzaamheidsprofiel van de beleggingen. Vervolgens kunnen op basis van het gevormde beeld over het duurzaamheidsprofiel van de beleggingen duurzaamheidsdoelstellingen worden toegepast. Dit is de aanpak die wij als Fonds hanteren.

De volgende ecologische en sociale kenmerken worden gepromoot door het Fonds:

  1. Duurzaamheid meewegen bij het vaststellen van het beleggingsuniversum
  2. Actief aandeelhouderschap
  3. Verlagen broeikasgasvoetafdruk
  4. Allocatie naar groene en sociale obligatiebeleggingen
  5. Verbeteren duurzaamheidsprofiel vastgoed

Meer informatie is te vinden in de aanvullende “Duurzaamheidsinformatie” die hier te vinden is.

U chat met:

Chat offline

Tijdens werkdagen kunt u met ons chatten tussen 8.30 en 17:00

Chat

Welkom bij onze chat

1 medewerker online >

Uw waardering is verstuurd Het gesprek is beëindigd Uw bericht kon niet verstuurd worden, probeer de pagina opnieuw te laden.